Gekleed zwemmen
| ZV1 1.1 | Te water gaan van de bassinrand of een startblok met sprong naar keuze (helemaal onder water gaan); na het boven water komen aansluitend |
| ZV1 1.2 | al watertrappend, van een (meegenomen of toegeworpen) plastic zak een drijfmiddel maken en hiermee 30 seconden blijven drijven; aansluitend |
| ZV1 1.3 | proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen. |
| ZV1 2.1 | Te water gaan van de bassinrand of een startblok met een kopsprong, direct gevolgd door (zonder boven water te komen) |
| ZV1 2.2 | onder water oriënteren en onder water zwemmen door een gat in een verticaal in het water hangend zeil dat zich op 9 meter van de (start-)kant bevindt; |
| vervolgens school slag tot 25 meter, daarna | |
| ZV1 2.3 | 50 meter enkelvoudige rugslag, 2 keer onderbroken door een koprol achterover , |
| ZV1 2.4 | 50 meter school slag, 2 keer onderbroken door: |
| ZV1 2.4.1 | onder een vlot in de lengte (minimaal 1,5 meter) door zwemmen; |
| ZV1 2.4.2 | vervolgens erop klimmen en aan de tegenoverliggende kant eraf gaan; |
| ZV1 2.4.3 | wederom onder het vlot door zwemmen; |
| ZV1 2.5 | proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen. |
| ZV1 3.1 | Tweetallen. Een deelnemer die in het water ligt met behulp van een flexibeam of lesplankje naar de kant trekken. |
Kledingeisen:
Het is toegestaan dat kandidaten i.p.v. broek/ blouse een jurk met lange mouwen of rok/ blouse met lange mouwen dragen. De jurk/ rok moet tot over de knie reiken. |
|
In badkleding
| ZV1 4.1 | Te water gaan van de bassinrand of een startblok met een sprong naar keuze, onmiddellijk gevolgd door 150 meter school slag, waarbij minimaal 2 keer een correct keerpunt wordt gemaakt. |
| ZV1 5.1 | Starten in het water (handen aan stang, bassinrand of startblok), gevolgd door |
| 25 meter samengestelde rugslag. | |
| ZV1 6.1 | Te water gaan van de bassinrand of een startblok met een startsprong, gevolgd door |
| 25 meter borstcrawl. | |
| ZV1 7.1 | Starten in het water (handen aan stang, bassinrand of startblok) met wedstrijdstart, gevolgd door 25 meter rugcrawl. |
| ZV1 8.1 | Te water gaan van de bassinrand of een startblok met een startsprong, gevolgd door |
| 8 meter (beginners)vlinderslag. | |
| ZV1 9.1 | Te water gaan van de bassinrand of een startblok, met een sprong naar keuze; een aantal slagen school slag zwemmen, onmiddellijk gevolgd door het maken van een hoekduik en daarna het aantikken van 3 pilonnen, die op een onderlinge afstand van 2 meter minimaal |
| 2 meter onder het wateroppervlak zijn opgesteld. | |
| ZV1 10.1 | In het water, rugligging, handen bij de heupen, 5 meter wrikken (stuwen) in de richting van het hoofd; proef afronden met een gehurkte draai (360°). |
| ZV1 11.1 | In het water, met tweetallen, 4x de bal werpen. |
| ZV1 12.1 | Starten in het water, 10 meter polocrawl zwemmen. |
| ZV1 13.1 | 30 Seconden ongelijkzijdig watertrappen. |